maandag 13 december 2010

Onbereikbaarheid

"Heyla, moet ge mij niet meer antwoorden?", een schertsend tekstje dat ik de laatste weken wel vaker op mijn gsm zag verschijnen. Gaarne zou ik geantwoord hebben dat mijn belkrediet op was, maar dát liet Proximus begrijpelijk niet toe. Dan maar op Facebook een berichtje sturen, een mailtje misschien alsook een offline bericht op MSN. Of misschien eens telefoneren met de vaste lijn, een fax sturen, een telegram, desnoods een brief!
Al die mogelijkheden om de mensheid te bereiken! En toch...

Zondagavond
19u02: mijn blonde vriendschap belt aan! Samen wandelen we naar het station, alleen zou maar alleen zijn.
19u34: de trein vertrekt een kwartier te laat. We missen onze aansluiting en daarmee ook de vroege aankomst te Brussel.
21u00: de trein vertrekt te Luik.
22u32: eindelijk arriveer ik op kot.
Zal ik ooit op tijd mijn slaap-en werkplaats bereiken met het openbaar vervoer?

Zaterdag jongstleden, de uitvaart van een dierbaar iemand. Ze was een voorbeeld in diplomatische en eloquente vaardigheden. Een mede-germaniste. Hoewel er een groot leeftijdsverschil was, heerste er toch een sfeer van wederzijds respect, een verbondenheid van geesten. De dood zorgde voor een eeuwige stilte tussen onzer beiden. Nooit meer zal ik haar bereiken om goede raad te horen te krijgen, om keuzes betreffende de levenswandel te bespreken, om te informeren naar culturele belevenissen..

Donderdagavond was er dat leuke kerstbierenfeestje in de buurt van de universiteitscampus, na een leutige fondue-avond met bijbehorende wijnen (zeer lekker n.b.). Swingende sfeermuziek, zoete kerstgueuze en een aangenaam gezelschap waren de ingrediënten. Iemand trachtte me mijn vrijgezellenbestaan te verduidelijken, en verklaarde door middel van haar observaties: "Gij zijt gewoon enorm onbereikbaar!".
Hoe bedoelde ze dat? Het piekeren heeft me bij momenten wakker gehouden. Tijd voor zelfcontemplatie me dunkt.

Het perfecte leven, de hartstochtelijke liefde, de grootste onderscheiding, de onmetelijke rijkdom of een proper kot, allemaal dingen om van te dromen!

Maar er zijn al zoveel dagelijkse verlangens die onbereikbaar blijken te zijn...

maandag 6 december 2010

Inleiding

Hetgeen ik telkens doe wanneer ik een nieuwe cursus op de unief verkrijg, is het lezen van de inleiding. Niet dat hierin de kern van de leerstof behandeld wordt. Vaak is het een voorstelling van het desbetreffende vak, of een opsomming van de hoofdstukken. Doorgaans hoort er ook een overzicht bij van de belangrijkste bronnen en een dankbare vermelding van de inspiratieschenkers. Soms kan er ook een bedankje af voor één of andere steun en toeverlaat waarop steeds gerekend kon worden. Zelden vind ik er een grapje in terug of één of andere humoristische zinsnede. U weet wel, zo'n dubbelzinnige opmerking die men eigenlijk pas begrijpt na het snappen van de vetgedrukte alinea op pagina 67.

Wat ik er nog nooit gelezen heb, zijn de zinnen "Er was eens ... ", "Ooit lang geleden..." of laat staan "In den beginne ...". Raar toch? De verhalen die door de eeuwen heen het meest verteld of gelezen werden, starten wel met één van zo'n onbepaalde openingszinnen. Deze zijn belangrijk, want daarin, zoals in de volgende regels, worden het thema en de verhaallijnen geschetst van de gebeurtenissen die eraan zitten te komen en die eveneens het lot zullen bepalen van het hoofdpersonage.

Vanaf vandaag ben ik het hoofdpersonage in deze blog! Wees gerust, het wordt hier geen monoloog over eigen grootsheid. Men waarschuwde mij meermaals voor het lijden aan hybris, ooit een belangrijk thema binnen de Griekse tragedies waarin stervelingen zich wilden meten aan de onovertrefbare Goden. Ware het nu Zeus of Hermes, Aphrodite of Gaia, elk van hen nam wraak wanneer ze zich in hun eer gekrenkt voelden.
Ook vertelde men over de Providentia, de alomaanwezige Voorzienigheid. Was deze goddelijk of enkel een natuurverschijnsel? Is de Natuur goddelijk of zijn de Goden natuurlijk? Een vraag die weinigen nog bezighoudt...

Natuurverschijnselen die me onlangs nog bezighielden, waren de onophoudelijke sneeuwbuien en hun effect op de omgeving. Niet enkel mijn tuin vertoonde kenmerken van een wit strand aan de Noordelijke Ijszee, neen, ook de hele omgeving rondom mij blonk door een bedekking van welgevormde waterkristallen. Een mooi zicht, een leuk speelterrein dat wél, maar een pest voor zij die zich gemakkelijk en comfortabel willen verplaatsen. 

Gisterenavond moest ik me weer wagen aan mijn wekelijkse verplaatsing, terug van de thuisstek in het fertiele Haspengouw naar de werkplaats in de fantastische Brusselse metropool, en dat tot mijn grote verrassing zonder veel problemen! Ik rijd mee met het openbaar vervoer, ziet u. Zeventien minuten was ik te laat op mijn bestemming. In buurlanden zoals Duitsland zou men spreken van een schandelijke werking van de staatsbedrijven. Ikzelf spreek over een marginaal tijdsverlies wanneer ik het moet vergelijken met voorbije avond-uurlijke ritten. Is deze lakse houding te wijten aan tamheid, goedheid of vechtmoeheid? Misschien een hybride vorm van gedrag..
Dat in sterk contrast met mijn houding ten aanzien van het sneeuwruimen. Te veel zout wordt er gestrooid!

Strooizout doet de sneeuw smelten als de temperaturen niet te laag zijn, en pretendeert zo de wegen veiliger te maken. De kans dat een rijwiel slipt wordt inderdaad verkleind, doch niet weggenomen! Daar komt nog eens bij dat deze chemische stoffen invreten in de weg, het grondwater en het ecosysteem vervuilen en smerige vlekken achterlaten na contact met bijvoorbeeld kledij. Is het niet beter om sneeuw te ruimen met de schop, het onnodig verkeer van de wegen te houden en de natuur haar gang te laten gaan? Wat is er nu romantischer dan witte eindejaarsfeesten?!

Dit eindejaar zal er, zoals voorbije jaren, niet veel gefeest worden! Natuurlijk is er dat lekker uitgebreid maal op Kerstavond, het glas bubbels op Oudjaar en het langzame wakker worden na Nieuwjaar, maar voor de rest zal er van spelen in de sneeuw niet veel sprake zijn, noch van lange verplaatsingen naar kennissen verspreid over heel dit land om mijn welgemeende gelukwensen te verkondigen. De Voorzienigheid beweegt me er namelijk toe te studeren voor de onvermijdelijke examens. 

Het studeren uit een cursus, iets dat steeds begint met het lezen van de inleiding.