dinsdag 30 april 2013

Mijn moreel verslag na een jaar Hesbania


Dag iedereen

Het is lang geleden dat ik nog iets schreef hier. Het was druk, erg druk. Waarschijnlijk was de grootste oorzaak hiervan mijn vice- en later praesesschap van de studentenkring Hesbania. 
Op dinsdag 16 april 2013 gaf ik het voorzitterschap door aan mijn opvolger. Voor zij die erbij waren, het was een fantastisch jaar! Vanavond wordt officieel het praesesschap overgedragen.
De koning is dood, Geus beware de koningin.

Bij wijze van afscheid schreef ik dit Moreel Verslag

----------------------------------------------------------------------------

Het lijkt allemaal surreëel, vandaag precies een jaar geleden was ik doodnerveus over feit dat over enkele uren een ‘Ave Confrater’ mijn investituur als praeses zou bevestigen. Het waren enkele van de meest vreemde uren van mijn leven. Ze leken op de laatste uren van een vrijgezel, die op het punt staat een levenslange verbintenis aan te gaan. Zo leek het. Het blijkt ook zo te zijn. En al geef ik spoedig de fakkel door aan mijn opvolger, emotioneel zal ik geen afstand kunnen doen; vergeef me alvast mijn bemoeienissen in de toekomst.

Mijn carrière bij Hesbania begon eerlijk gezegd nog niet zo lang geleden. Het begon allemaal twee jaar geleden op een campuskot. Twee jongedames verkochten lidkaarten. Mijn West-Vlaamse vriendin wenste er toentertijd geen te kopen want ze kwam niet 'van daar', but my interest was piqued! Het bleek om een kring te gaan uit Haspengouw, België’s vruchtbaarste streek. De toenmalige ik, een halve asceet en totaal niet begaan met het kringleven, besloot toch maar lid te worden, "ge kunt er maar mensen leren kennen"…

Liesje, de meest actieve praeses die ik ooit gekend heb, nam me mee op sleeptouw naar vele TD’s, eetavonden en andere feestjes. Me laten dopen stond natuurlijk in haar beleidsplan.
De dag van de doop zelf had ik nog niets beslist. Een kwartier op voorhand ben ik dan toch maar goedkope kleren gaan kopen en zo begon het verhaal. Samen met mijn medeschacht Jan De Groote, u welbekend, beleefden we als Asterix en Obelix een koude en erg natte doop. Maar doorzetten, dat is gelukt.
Ja, twee schachten; “Het kan verkeren” zei Bredero.

Het zag er somber uit voor Hesbania. Toen er een nieuw bestuur moest gevormd worden, kon ik dus niet anders dan me op te offeren, samen met een handvol anderen. Lang heeft mijn staat van dienst als secretaris echter niet geduurd. Onze vice-praeses Elien moest afscheid nemen van de VUB. Crisis in Oktober 2011!

Axelle en ik besloten daarop de handen in mekaar te slaan, en ik werd haar rechterhand, soms ook haar linker. Ze nam me overal mee naartoe, als een soort schaduw die enkel verdween bij het verschijnen van de nevelen des dageraads. Zo groeide mijn kennissenkring exponentieel. Ik zag haar bezig, die geweldige madam, en zag wat het was om een goede verlicht despoot te zijn. Ik vond het een ware eer te mogen samenwerken met zo’n integere jongedame, niet enkel mooi aan de buitenkant. Een topwijf met een sterk en oprecht karakter. Er is er zo geen tweede. Ik ben trots haar vriendschap te mogen vernoemen.

De balans van dat jaar was zeer positief. Tien schachten, lichte winst en een naambekend die men onmogelijk negatief kon noemen. Maar het lag anders voor de opvolging. Het zou een moeilijk jaar worden. Zoeken naar elk bestuurslid was telkens haast een herculische opdracht.
Toch lukte het. Anna was de eerste die toezegde als secretaris, Axelle wilde wel penningmeester spelen. Enkele dagen voor de AV zei Gaëlle toe als vice. We hadden een bestuur voor BSG. Het doopmeesterschap was een probleem voor later.

We begonnen ons werkjaar de dag van de AV, net zoals vandaag, met een TD. Toen was het thema Eburonen en als ware figuren uit de oudheid vergaten we de stress van al dat vergader.
Na de paasvakantie was het dan zover, de overdacht. Een onvergetelijke ervaring. Ik zou graag nogmaals iedereen willen bedanken die er toen mee een geweldige avond van heeft gemaakt.
De overdrachten van mijn collega’s meemaken was ook wel geweldig. Bij elke Ave Confrater kwamen de vlinders terug. Eén medepraeses wil ik toch graag vermelden, Inès Gallala, die op korte tijd een belangrijke plaats in mijn leven heeft ingenomen, samen met een aantal andere onvergetelijke mensen waarvan ik weet dat ik er nog decennialang een onverbreekbare band mee zal hebben.

Omdat we geen idee hadden welke TD te organiseren, hielden we de laatste maand nog een Nescio TD; misschien een tip voor het volgende bestuur: beter plannen en een agenda opmaken.
De laatste donderdag voor de blok aten we gezellig met dertigen op onze Hesbania BBQ, nog een traditie die zal voortgezet worden! Live muziek, spelletjes, marshmallows en veel gezelligheid.

Bij de start van het nieuwe academiejaar begonnen we goed. Pintjes op café, rondlopen op de kick-off en veel mensen aanspreken blijkt een goeie manier om veulens tegen te komen. Onze traditionele spaghettiavond van de tweede week was wederom een succes en de kennismakingsavond beneden in de Para bleek ook een goed concept.

De Para, een café waar ik een haat-liefderelatie mee heb. We blijven er vergaderen, doen er een eetavond en zullen de kelder nog gebruiken, maar het leek toch opportuun om voor de tweede maal van stamkroeg te veranderen; op naar Luigi’s! Marc heeft ons ontvangen met open armen en aan zijn complimenten te horen is hij ook content dat we er verzeild geraakt zijn.
Dat was te merken op onze ‘Onverwachte TD’, weer een voorbeeld van te late organisatie. De omstandigheden waren niet optimaal en de opkomst eerder pover. Toch maakten we er een episch feestje van, de aanwezigen spreken er nog van. De gratis meters van Marc bewezen zijn sympathie. Nogmaals bedankt!

De liedjesavonden en andere schachtenactiviteiten brengen ons tot de doop. NOOIT had ik kunnen dromen dat ik zo’n fantastische schachten zou hebben. Met z’n éénentwintigen hebben ze mij een onvoorstelbaar trotse praeses gemaakt. Nogmaals bedankt. Dankzij jullie ben ik recordhouder-beste doop op vele vlakken.
Ik mag dan ook niet mijn twee schachtentemmers vergeten, Anjejoline en Arnaud. Merci voor uw inzet en aanwezigheid. Vergeet uw ervaringen niet te delen met de rest van het nieuwe bestuur!

Iemand waarvan ik wil vragen of hij dat ook zou willen doen, is meneer Titus van Rijn, onze Batista. Ik vermelde daarstraks dat ik geen doopmeester had bij de aanvang van mijn praesesschap, onze Titus twijfelde, en ik hoopte. Hij zei uiteindelijk toe medio september, na enig aandringen, op het terras van de vers geopende QG. Serieus als hij, soms, kan zijn, had hij grootse plannen. Geen gezever met appels in een doos gooien! Zijn functie als quaestor bij LWK, maakte combineren soms moeilijk. Toch heeft hij er een geweldige doop van gemaakt, de beste volgens de Regionale Jury, en kwam hij meer en langer meefeesten. Ik vermoed dat dat kwam, omdat hij ons in eerste instantie vooral uit de nood wilde helpen. Maar Titus, ge zijt een deel van Hesbania geworden, een belangrijke schakel in onze geschiedenis. Ik wens u alvast veel succes met uw carrière bij LWK. You’re not the weakest link! Dus ik zal geen ‘Goodbye’ zeggen. Niet als Hesbaniër, niet als VUB’er en ook niet als vriend.

We hielden nog een succesvolle verjaardagscantus; twee geweldige TD’s, de Feel Good met geweldige muziek die Marc blijkbaar nog steeds draait van tijd tot tijd, en de Moulin Rouge, met de dansende deernes, de seksspeeltjes en dames in korset.
Eén daarvan was Ilona, die ik zeker nog moet vermelden. Toen ze zich aanmeldde bij het bestuur dit jaar, wilde ze zich vooral op de achtergrond houden. Wat is dat veranderd! Ik heb vaak op haar kunnen steunen, ze stond paraat te helpen en te organiseren, en ze is een vat vol ideeën. Op korte tijd erg onmisbaar geworden. De upperdare die ze organiseerde was een aparte en leerrijke ervaring, die elke aanwezige zich zal herinneren. Ilona, merci!

En ook gewoon iedereen bedankt die dit jaar meehielp, al dan niet volledig vrijwillig.
Een studentenkring draait op vrijwilligers. Winst moet ge niet verwachten, behalve op de weegschaal misschien. Wij organiseren samen, komen samen en vertrekken samen uit vrije wil, niet omdat het moet. Dat is erg belangrijk en niet altijd even gemakkelijk. Af en toe kan het als een opdracht voelen. Zeker voor een praeses. Maar eens de stress verdwenen is, dan lijkt alles mogelijk.
Het doel van bij een kring te gaan, is niet om te vrienden maken. Dat zou een zeer foute instelling zijn, eentje van desillusies. Maar ge leert er wel mensen kennen. En vandaaruit kan er veel groeien. Zeker bij een regionale kring als de onze, waar faculteit en studierichtingen niet uitmaken, waar de interesses vaak breed uiteen liggen, en waar interactie enkel kan leiden tot geestverruiming of de beneveling ervan.

De kracht van Hesbania ligt volgens mij thans toch bij het feit dat we een groep kameraden zijn, waar we mogen zeggen wat we denken, waar autoriteit weinig uitmaakt en waar we kunnen lachen en huilen zonder schaamte. Waar we niemand verachten, behalve de kaloot. Waar de feestjes episch zijn, het eten lekker en de sfeer gezellig.

Vanuit deze inspiratie heb ik geprobeerd leiding te geven aan onze kring, deze fantastische groep mensen. Ik heb fouten begaan, ik heb ook goede dingen gedaan. En ik hoop dat vooral deze laatste nog lang mogen blijven herinnerd worden. Those who come after me may be more capable, but they cannot discharge their duties more faithfully.
Met een gerust, doch wakend, hart leg ik bij deze mijn ambt als voorzitter neer, terwijl ik het overdraag aan mijn opvolger.

Moge gij de kring verder leiden tot voorbij de grenzen van wat ik dit jaar mogelijk achtte.
De toekomst weze voorspoedig. Laat bloeien wat bloeien kan en verbijt de stormen die zullen razen.
En onthoud, de Hengst gaat nooit naar de klote.


Ut vivat, crescat et floreat Hesbania!

Hendrik Baillien
Senior Hesbania 2012-2013

zondag 18 september 2011

Terug naar huis, de kermis is voorbij.


Dag lezers, wees welgekomen!  

Het is weer even geleden. Wees niet boos op mij, maar op die vele weken vakantie die een student verdient na het zware labeur van een geheel schooljaar.
Wat gebeurde er zoal?

Er was de roadtrip! Een korte samenvatting: Berlijn is super en ik ga er spoedig wederkeren, Polen is een bouwwerf en vrij eentalig Pools, Litouwen is vreselijk goedkoop en toch tracht de bevolking stijlvol door het leven te gaan, in Letland heerst de corruptie en het heeft één van de kleinste kathedralen die ik ooit zag (de Hasseltse bisschopskerk buiten beschouwing gelaten), Estland heeft dé beste peperschnaps en gaat politiek en sociaal een moeilijke toekomst tegemoet met de Russische minderheid aldaar, Finland blijkt tweetalig te zijn en tevens geen lid van de NATO, en tenslotte heeft Zweden procentueel inderdaad een knappere bevolking en ik moet toegeven: Stockholm is prachtig!
Nogmaals dank aan het ongelooflijk leuke gezelschap waarmee ik dit avontuur mocht beleven.
“We should turn professional!” *knipoog*

Het was de augustus van dat festival, Pukkelpop genaamd. Ik heb geweigerd erover te schrijven tot de storm wat bedaard was (letterlijk en figuurlijk). Het was een verschrikkelijke ervaring, ik was bang, enorm bang zelfs. Maar net zoals voor het gros van de bevolking, is het leven voor mij ook voortgegaan. Trouwens, het was een fantastische bedoening vooraleer de ramp zich voordeed. Dat er compensaties komen voor de gemiste optredens, lijkt me maar normaal. Neen, ik hoef geen € 155 terug gestort te zien op mijn bankrekening, maar wel een geste naar volgend jaar toe. Dat met de veronderstelling dat er volgend jaar weer gefeest wordt op de Kiewitse weide. Werd San Fransisco verlaten na de verwoestende aardbeving van 1906?

September, dat brengt ons bij de één week durende Tongerse Grote Kermis, die telkens start op de tweede zaterdag van de Herftsmaand, met als hoogtepunt dé Donderdagkermis, de officieuze feestdag van België's oudste stad. Wat een leute, wat een plezier! Frieten, smoutebollen, appelbeignets, suikerspin, nougat, morellenbier, trappisten, loempia’s, hamburgers en karakollen waren me niet vreemd; mijn hele voedsel piramide bestond er waarlijk uit! Vandaar dat ik nu hevig aan’t fietsen ben geslagen, veelal vergezeld door een partijtje wortels om op te peuzelen langs de kant van de weg. Mmm (écht waar, wortels zijn lekker hoor)

Last but not least: de rust doorheen heel de zomer! De tijd die benut werd ter kalmeren van lichaam en geest. De voorbije weken brachten vele hersenspinsels en stof tot nadenken. Het gevolg?
Het aantal ‘speciale’ sms’en in de inbox werd gehalveerd. Hoe speciaal blijft een boodschap na een tijd?
Spullen werden opgeruimd. Materiële herinneringen blijven maar leuk zolang de eraan gekoppelde gebeurtenissen uitsteken boven de rest van het dagdagelijkse.
De msn en facebook vriendenlijsten werden grondig onder handen genomen, evenals de privacy instellingen. Indien u dat nog nooit deed, wordt het hoog tijd!
Stroomlijnen doet goed. Dingen loslaten is soms moeilijk, maar niet alles wat men loslaat, was daarom bij gevolg een last of overbodigheid. Eerder een schim uit het verleden, een schaduw. Schaduwen horen achter zich te liggen wen men naar zijn of haar lichtpunt toegaat. Zo neen, klopt er iets niet en moet men zich afvragen of de richting die men uitgaat nog strookt met degene die men wil uitgaan.
Tot slot, werd de kennissenkring uitgebreid. Laten we hopen dat de geplante kiemen uitgroeien tot mooie dingen. (Een combinatie van fauna en flora, straf eh?!)

Ja, wat een leuke zomer!
Maar nu terug naar kot, de kermis is voorbij.

dinsdag 14 juni 2011

Vaderdag en de examenbaard

Verleden zondag, vaderdag, net zoals elke tweede junizondag van de voorbije decennia. Mijn thuisstad barstte van de geluidsgolven, een muziekfestival. En massa’s volk! Ja, het is leuk vertoeven in een levendige  omgeving. Zeker tijdens het blokken, een periode waarin aangename afleidingen een meerwaarde zijn.

U kan het al raden, wekenlang studeren doe ik liever in mijn heimat. Het woord ‘thuis’ neem ik steeds minder in de mond, maar toch blijf ik het daar beschouwen als een toevluchtsoord. Het oude bed, de groene hof vol bloemen en de hoge deuren waarvan men vergat dat ze kraakten bij het openen. O die nostalgie! Een geborgenheid zonder zorgen, de examens buiten beschouwing gelaten… Ook leuk is terug zijn eigen (weinige) post te mogen ontvangen. Veelal reclame voor elektronische apparatuur met betrekking tot de toen opkomende commerciële feestdag.

Een prikkelend neveneffect van wekenlang studeren is de examenbaard, een fenomeen dat wel vaker voorkomt bij de (vooral mannelijke) student. Het toeval wil dat mijn trimapparaat al weken tegensputterde. Nuja ‘mijn’; het is een left-over van mijn vader; en aangezien ik ben opgevoed in de geest van ‘Is het nog niet opgebruikt, dan kunt ge nog verder’, kon ik dus nog verder. Tot nu! Het arme ding had het begeven, tijd voor vervanging.

“Wat mag het zijn?”, vroeg de winkeldochter. “Iets om me mee te scheren”, antwoordde ik naïef.  Na veel  gehakketak over sterktes, merken en kleuren kwamen we uit bij een ‘cruzer’, and it’s quite a contraption indeed, might I say! Al die hulpstukken, al die standen, wat een lader. “Dat machien werkt ook onder water, voor als wanneer ge u wast”, voegde ze er nog aan toe; het plaatselijke dialect durft soms nog doorschemeren. Een aangename korting ter ere van de vaderviering overtuigde me dan ook tot de aankoop ervan.

Maar toen, “Hoe moet ik dat gebruiken madame?” (ik ben een beleefde jongeheer). “Ja jong, daar ken ik niks van. Lees het boekske eens, of vraag het aan uwe pa”, was het harde maar vriendelijk bedoelde antwoord. Hoe kon zij weten dat hij een goede 5 jaar geleden klaarstond om me in te wijden is de kunst van het scheren. Ik had er toen geen tijd voor; Sims 2 was net iets belangrijker, ziet u. Een paar weken later zat de leerling zonder leraar.

14 juni 1950, zijn geboortedag. Vandaag, mijn vaderdag.
Laten we het vieren met een eerste, zij het geïmproviseerde, elektrische scheerbeurt!

donderdag 2 juni 2011

The return of that feeling

*handgeklap*

Een welgemeende gegroet beste lezers, ik ben er weer. Dank aan allen om nogmaals te kijken wat ik hier zomaar te lezen schrijf.

Het is weer blok! Dé blok, dé periode waarin van de student wordt verwacht dat hij studeert, dat hij zich afzijdig houdt van enige afleiding zoals Facebook of andere virtuele amusementen, dat hij niet feest en vooral niet in het openbaar verschijnt. Wat is er daar mis mee? Ik weet het niet. 

Toch krijg ik steeds één der vragen "Moet ge niet studeren?", "Ge kent al alles?" of "Kunt gij zomaar pauzes nemen?". Vaak wordt dat ook nog gevolgd door "In mijne tijd was dat anders!", "Tegenwoordig wordt er niet meer geleerd!" of "In Brussel is dat anders dan in Leuven zeker?!". Of een (al dan niet terechte) trotse moeder die beweert dat haar zoon of dochter zich al een week opsluit om volop te studeren: "Maarja, gij zult een ander systeem hebben..." op een ietwat neerbuigende toon.
Ik snap al die bemoeienissen niet.

Een ander aspect van de blok (in mijn geval) is het thuis zijn. Wat is het zalig om niet opgesloten te moeten zitten op ettelijke vierkante meters, te kunnen genieten van het mooie weer in eigen tuin of het leven dat iets passiever wordt wanneer dranken en spijzen  voorzien worden door de ouderlijke macht. Ja, passiever. De controle over het eigen leven wordt deels terug afgestaan ten voordele van comfort. Lui? Een beetje. Gemakkelijk? Absoluut!
Is lui gelijk aan gemakkelijk? En/of vice versa? Ik laat het aan U over. We kunnen het er later eens over hebben.

Het laatste belangrijk aspect dat ik zou willen bespreken, is dát gevoel. Dat gevoel dat bestaat naast de vermoeidheid, de verveling, de stress. Dat gevoel waardoor de zon meer schijnt, de muziek aanstekelijker is, het menselijk contact meer voldoening geeft en de mensheid interessanter lijkt. Het poetsen wordt een noodzakelijke bezigheid, evenals het herorganiseren van het schrijfgerief. De vakantie komt steeds korter bij, maar het maken van concrete plannen blijft een precaire opdracht. Het achterlopen op een schema gaat gepaard met ogenschijnlijk desastreuze, doch vaak imaginaire gevolgen; het erop voorlopen veroorzaakt schuldgevoelens die zelfs niet vergaan door het drinken van het helende water uit de Lethe. Kent u dát gevoel? Uniek!

Tot snel dames en heren, vrienden, kameraden
Tot een volgende pauze

*handgeklap*

maandag 13 december 2010

Onbereikbaarheid

"Heyla, moet ge mij niet meer antwoorden?", een schertsend tekstje dat ik de laatste weken wel vaker op mijn gsm zag verschijnen. Gaarne zou ik geantwoord hebben dat mijn belkrediet op was, maar dát liet Proximus begrijpelijk niet toe. Dan maar op Facebook een berichtje sturen, een mailtje misschien alsook een offline bericht op MSN. Of misschien eens telefoneren met de vaste lijn, een fax sturen, een telegram, desnoods een brief!
Al die mogelijkheden om de mensheid te bereiken! En toch...

Zondagavond
19u02: mijn blonde vriendschap belt aan! Samen wandelen we naar het station, alleen zou maar alleen zijn.
19u34: de trein vertrekt een kwartier te laat. We missen onze aansluiting en daarmee ook de vroege aankomst te Brussel.
21u00: de trein vertrekt te Luik.
22u32: eindelijk arriveer ik op kot.
Zal ik ooit op tijd mijn slaap-en werkplaats bereiken met het openbaar vervoer?

Zaterdag jongstleden, de uitvaart van een dierbaar iemand. Ze was een voorbeeld in diplomatische en eloquente vaardigheden. Een mede-germaniste. Hoewel er een groot leeftijdsverschil was, heerste er toch een sfeer van wederzijds respect, een verbondenheid van geesten. De dood zorgde voor een eeuwige stilte tussen onzer beiden. Nooit meer zal ik haar bereiken om goede raad te horen te krijgen, om keuzes betreffende de levenswandel te bespreken, om te informeren naar culturele belevenissen..

Donderdagavond was er dat leuke kerstbierenfeestje in de buurt van de universiteitscampus, na een leutige fondue-avond met bijbehorende wijnen (zeer lekker n.b.). Swingende sfeermuziek, zoete kerstgueuze en een aangenaam gezelschap waren de ingrediënten. Iemand trachtte me mijn vrijgezellenbestaan te verduidelijken, en verklaarde door middel van haar observaties: "Gij zijt gewoon enorm onbereikbaar!".
Hoe bedoelde ze dat? Het piekeren heeft me bij momenten wakker gehouden. Tijd voor zelfcontemplatie me dunkt.

Het perfecte leven, de hartstochtelijke liefde, de grootste onderscheiding, de onmetelijke rijkdom of een proper kot, allemaal dingen om van te dromen!

Maar er zijn al zoveel dagelijkse verlangens die onbereikbaar blijken te zijn...

maandag 6 december 2010

Inleiding

Hetgeen ik telkens doe wanneer ik een nieuwe cursus op de unief verkrijg, is het lezen van de inleiding. Niet dat hierin de kern van de leerstof behandeld wordt. Vaak is het een voorstelling van het desbetreffende vak, of een opsomming van de hoofdstukken. Doorgaans hoort er ook een overzicht bij van de belangrijkste bronnen en een dankbare vermelding van de inspiratieschenkers. Soms kan er ook een bedankje af voor één of andere steun en toeverlaat waarop steeds gerekend kon worden. Zelden vind ik er een grapje in terug of één of andere humoristische zinsnede. U weet wel, zo'n dubbelzinnige opmerking die men eigenlijk pas begrijpt na het snappen van de vetgedrukte alinea op pagina 67.

Wat ik er nog nooit gelezen heb, zijn de zinnen "Er was eens ... ", "Ooit lang geleden..." of laat staan "In den beginne ...". Raar toch? De verhalen die door de eeuwen heen het meest verteld of gelezen werden, starten wel met één van zo'n onbepaalde openingszinnen. Deze zijn belangrijk, want daarin, zoals in de volgende regels, worden het thema en de verhaallijnen geschetst van de gebeurtenissen die eraan zitten te komen en die eveneens het lot zullen bepalen van het hoofdpersonage.

Vanaf vandaag ben ik het hoofdpersonage in deze blog! Wees gerust, het wordt hier geen monoloog over eigen grootsheid. Men waarschuwde mij meermaals voor het lijden aan hybris, ooit een belangrijk thema binnen de Griekse tragedies waarin stervelingen zich wilden meten aan de onovertrefbare Goden. Ware het nu Zeus of Hermes, Aphrodite of Gaia, elk van hen nam wraak wanneer ze zich in hun eer gekrenkt voelden.
Ook vertelde men over de Providentia, de alomaanwezige Voorzienigheid. Was deze goddelijk of enkel een natuurverschijnsel? Is de Natuur goddelijk of zijn de Goden natuurlijk? Een vraag die weinigen nog bezighoudt...

Natuurverschijnselen die me onlangs nog bezighielden, waren de onophoudelijke sneeuwbuien en hun effect op de omgeving. Niet enkel mijn tuin vertoonde kenmerken van een wit strand aan de Noordelijke Ijszee, neen, ook de hele omgeving rondom mij blonk door een bedekking van welgevormde waterkristallen. Een mooi zicht, een leuk speelterrein dat wél, maar een pest voor zij die zich gemakkelijk en comfortabel willen verplaatsen. 

Gisterenavond moest ik me weer wagen aan mijn wekelijkse verplaatsing, terug van de thuisstek in het fertiele Haspengouw naar de werkplaats in de fantastische Brusselse metropool, en dat tot mijn grote verrassing zonder veel problemen! Ik rijd mee met het openbaar vervoer, ziet u. Zeventien minuten was ik te laat op mijn bestemming. In buurlanden zoals Duitsland zou men spreken van een schandelijke werking van de staatsbedrijven. Ikzelf spreek over een marginaal tijdsverlies wanneer ik het moet vergelijken met voorbije avond-uurlijke ritten. Is deze lakse houding te wijten aan tamheid, goedheid of vechtmoeheid? Misschien een hybride vorm van gedrag..
Dat in sterk contrast met mijn houding ten aanzien van het sneeuwruimen. Te veel zout wordt er gestrooid!

Strooizout doet de sneeuw smelten als de temperaturen niet te laag zijn, en pretendeert zo de wegen veiliger te maken. De kans dat een rijwiel slipt wordt inderdaad verkleind, doch niet weggenomen! Daar komt nog eens bij dat deze chemische stoffen invreten in de weg, het grondwater en het ecosysteem vervuilen en smerige vlekken achterlaten na contact met bijvoorbeeld kledij. Is het niet beter om sneeuw te ruimen met de schop, het onnodig verkeer van de wegen te houden en de natuur haar gang te laten gaan? Wat is er nu romantischer dan witte eindejaarsfeesten?!

Dit eindejaar zal er, zoals voorbije jaren, niet veel gefeest worden! Natuurlijk is er dat lekker uitgebreid maal op Kerstavond, het glas bubbels op Oudjaar en het langzame wakker worden na Nieuwjaar, maar voor de rest zal er van spelen in de sneeuw niet veel sprake zijn, noch van lange verplaatsingen naar kennissen verspreid over heel dit land om mijn welgemeende gelukwensen te verkondigen. De Voorzienigheid beweegt me er namelijk toe te studeren voor de onvermijdelijke examens. 

Het studeren uit een cursus, iets dat steeds begint met het lezen van de inleiding.